cover_vliegende_laatje

Veel mensen denken dat een sprookje zomaar een vertelsel is, alleen voor kindertjes. Maar dat is toch een misverstand. Daarmee doe je om te beginnen het kind tekort. Kind zijn betekent dat je eerlijk en standvastig luistert naar de gebeurtenissen en daarop reageert.

Zo schreef een kind mij de volgende brief(sic) toen het bundeltje Het Vliegende laatje’ in groep 6 werd voorgelezen.

“Beste Jaap,

Ik vond uw boek erg leuk. Want er zitten grappige verhaaltjes in. Alleen verhaaltje 1(van het laatje) begreep ik niet helemaal. En die kalief die vond ik een beetje raar. Met die vrouw die een blauwe kont kreeg.
Verhaal 2 was helemaal perfect voor mij. Ik hou ontzettend van dieren Maar die das!?Die was wel een beetje bazig hoor. Dat 3de verhaaltje vond ik het leukst. Maar ik hou ook wel een beetje van romantiek. Niet omdat ik altijd verliefd ben, maar een beetje romantiek mag.
Heeft u nog meer boeken geschreven?
Zulke hele dunne boekjes?
Nou tot ziens (adios)!
Vriendelijke groet,
Fiene
P.S. Heb u een vrouw? En ik vond dat er een paar moeilijke woorden in stonden.”

Esmeé, schreef (sic): “Het leukste verhaaltje vond ik het vliegende laatje. Omdat het laatje geen zin had om nog langer in het bureautje te zitten. En dat het laatje naar de kalief vloog, en in de lucht tegen hem op botste. Ik vond het een heel heel leuk boekje. Groetjes.”

En ook volwassenen kunnen zichzelf tekort doen als ze zeggen dat het maar een sprookje is. Zoals ze misschien ook zeggen: ”Het is maar een kind als ze naar kinderen kijken.” Daar zit nu precies het misverstand. Het sprookje is zelf een kind en maakt gebruik van roekeloze kinderlijke wijsheden; laten bomen en dieren praten waarbij er helemaal geen enkele scheidslijn is tussen verbeelding en werkelijkheid. Er gebeuren in sprookjes dingen die kinderen juist willen laten gebeuren.

Dat laatste vind ik als sprookjeslezer en ook als verteller zo leuk. Gewoon maar als bureaulaatje op avontuur gaan. Dat kan als je maar gewoon ook even kind wilt zijn zowel als lezer en als schrijver.

Het Vliegende laatje door Jaap Gerritsma

Dit bundeltje bevat drie sprookjes. U zult in een feeërieke wereld met mooie illustraties van Marijke Duffhauss vertoeven met herkenbare levensvragen.

In het vliegende laatje, het eerste sprookje, treurt dat laatje van een oud bureau dat het gedoemd is om niets te doen, niet meer open en dicht te glijden om een schrijver zijn werk te laten doen om mooie verhalen te schrijven.

Het besluit om weg te vliegen en op avontuur te gaan. Er vindt een verrassende ontknoping plaats waar werkelijk niemand aan gedacht heeft.

In het tweede sprookje blijkt Annemiek met de dieren van het bos te kunnen praten en komt er op die manier achter hoe ze het samen zo gezellig mogelijk kunnen maken. Totdat een das in opstand komt en klaagt dat er vreemde dieren in het bos zijn komen te wonen. Die moeten natuurlijk volgens de reuzenmarter worden geweerd. Annemiek piekert zich suf hoe ze de das kan weerstaan en misschien de nieuwe dieren ook een kans te geven om in het donkere bomenbos een plaatsje te vinden. Ze krijgt daarbij hulp van een hele oude, maar zeer wijze eik.

In het derde sprookje verliest een meisje haar moeder. Haar vader hertrouwt met de identieke tweelingzus van haar moeder die helaas een heel ander karakter heeft. Rosalinde, zo heet het meisje, moet trouwen met de rijke slager kinnebakspek, een slachter met oren als van een Indische olifant. Omdat ze verliefd wordt op een jongen sluit de stiefmoeder haar op.

Op een bijzondere manier weet ze te ontsnappen en lezen we hoe het verder afloopt.