Ik wil toch nog even terugkomen op een blog (Niet biologische eigenschappen maar leeftijd is het belangrijkste *)die ik eerder schreef over de Yoruba’s, een volk dat bestaat uit ongeveer 40 miljoen Afrikanen die voor een groot deel wonen in Nigeria.
Tien jaar werkte ik in voor de universiteit van London in dat land voor leprabestrijding.
Het interessante van de Yorubacultuur was, (los van hun bijzondere tweelingverering) dat zij in hun taal geen gebruik maken van een onderscheid tussen mannen en vrouwen. De woorden man en vrouw komen niet voor in de omgangstaal, noch broer en zus. En dat heeft nogal wat implicaties bijvoorbeeld op de manier hoe dit volk naar identiteit kijkt. Niet het geslacht bepaalt hoe men naar mannen en vrouwen kijkt, maar de leeftijd. Niet te vergelijken dus met het slagveld waarop we op dit moment in de westerse wereld discussies over gender en identiteit voeren. Boeken verbieden, schrijvers belagen en cancellen, woke bestrijden zoals de oude jezuïeten ongelovigheid roken en overmeesterden,trad-wife’s die de klassieke vrouwenrol idealiseren; het blijft maar doorgaan en niemand weet hoe dit tot staan gebracht moet worden, als het ooit al tot een einde kan komen.
Daarom is het zo interessant wat Oyeronke Oyewumi, Nigeriaanse professor in de sociologie en werkzaam in de USA, daar over zegt nog eens voor het voetlicht te brengen. Onlangs verscheen een interview met haar in het Filosofische Magazine en daaruit wil ik een paar dingen naar voren halen die voor ons ook belangrijk kunnen zijn. In haar optiek is de manier hoe het westen naar identiteit kijkt volkomen cultureel bepaald. Hoe wij denken over gender is een sociaal construct. Dat betekent dat de plaats die mannen en vrouwen in onze samenleving toewijzen, hoe we met elkaar omgaan, hoe we over man-vrouw kwesties praten, wordt bepaald door de ervaring die we in onze wereld opdoen. We kijken met onze normen en waarden. Dat vormt ons beeld dat we ontwikkelen over mannen en vrouwen. Dus zeker geen biologische bepaaldheid met een vaststaande rolverdeling, waar de Franse filosoof Michael Foucoult nog een schepje boven op door te stellen dat dit onderscheid —en ook de scheiding tussen wit en zwart- bedoeld is en stevig gehandhaafd wordt om macht uit te oefenen; een hiërarchie aan te brengen tussen mensen, groepen te onderdrukken. Der Wille zur Macht volgens Nietzsche, een soort psychologisch principe van de mens om eigen kracht te vergroten om levensdoelen te bereiken
Maar dat is volgens onze Yorubasociologe slechts een visie die helaas wijd en zijd over de wereld vanuit het westen is gaan migreren met de kolonisatie en (mijn toevoeging) een schier eindeloos conflict, debat en machtspolitiek uit de duisternis tevoorschijn laat oprijzen.
Hoe daar nu mee om te gaan om dit proces een beetje bij te sturen?
Wij moeten sowieso terug naar de bezinning op onze taal omdat er een relatie is tussen de taal die we spreken en hoe we over de dingen denken. Beelden die zich gaan vormen.(We gaan het nog hebben over de lompe boertige scheldtaal van onze populisten die in de regering zitten momenteel ).
Er zit een sterke verwevenheid tussen de belevingen die we hebben in de wereld en taal die we gebruiken en daar moeten we ons van bewust worden wat voor werking daar van uit gaat.
Als we uit die negatieve spiraal willen komen, tenminste?
Ik denk dat we met genderneutrale wc’s en mensen die zich niet aangesproken voelen bij een hij of zij maar met hen om hun beide kanten te accentueren geen revolutie teweegbrengen. Maar de bedoelingen zijn duidelijk en het is een eerste stap. Helaas blijkt uit onderzoek ook nog eens dat juist de culturele elite in YorubaAfrika de manier van praten en denken van het westen overneemt. Dat maakt de ontwikkeling gecompliceerder.
En tot slot haar reactie op de waarneming dat het vooral de vrouwen zijn, ook in Afrika, die zich met de opvoeding van kinderen bemoeien. Dat willen we toch niet meer. De grote klacht van veel feministen in het westen. Zij ziet echter in de opvoedende taak juist een natuurlijke relatie tussen moeder en kind dat past bij het feit dat zij de schepper is van nieuw leven. Dat zij daar de meeste tijd aan besteedt voelt niet als een belemmering voor haar ontwikkeling maar juist als een kracht die je kan opbouwen om op jouw levenssituatie grip te houden.
Daar kan ik het trouwens helemaal mee eens zijn. Als man heb ik twee kinderen opgevoed vanaf een jonge leeftijd en heb geleerd me staande te houden op een manier die je met geen enkele academische studie had kunnen bereiken.
De uiterst competitieve mannenrol is een ongezonde rol. Zorgzaamheid oefenen is een goede zaak.
Misschien voor veel mannen een goed begin: een kritische blik hier op in onze destructieve neoliberale samenleving met haar bijna onbegrensde Wille zur Macht
*Om de genoemde column nog eens terug te lezen gewoon helemaal naar beneden scrollen