De vorige blog eindigde ik met een verwijzing naar mijn oude peettante die mij overtuigde dat ik vooral ook  moest leren luisteren naar mijn lichaam. Een goede raad op mijn leeftijd.

Want: naarmate je ouder wordt, komen ook de momenten dat je je steeds meer moet overgeven aan verzorging.En dat is een moeizaam proces aangezien je als kind steeds onder de dreunende wens van opvoeders zo zelfstandig, zo autonoom mogelijk bent geworden. Soms met een wonderlijke beloning onderweg zoals het krijgen van een diploma als je je veters zelf weet te strikken. En zo blijft het een conflict bij het ouder worden. Je ouder wordende krakende lijf moet zich overgeven, maar in je hoofd blijft de opstand daartegen aanwezig. Want: je laten verzorgen doet wat met je zelfbeeld. Je maakt je afhankelijk van een ander en dat gaat dan ten koste van die bewierookte autonomie, die zelfstandigheid waar je bijna een leven lang aan gewerkt hebt.  En laten we volledig zijn; ook heel wat heeft gebracht.

Nooit was ik dan ook bezig met die alledaagse dingen als douchen en sanitaire stops. Je deed het gewoon, het waren momentjes in je leven.

Toch werd ik er op een leuke manier mee geconfronteerd door bezoeken aan mijn peettante, toen zij op 90 jarige leeftijd naar een verzorgingstehuis moest.

Mijn tante Annie was een bijzondere vrouw.Haar hele leven vrijgezel en ze stond en dienste van de andere leden van het gezin van mijn vader om bij te springen als dat nodig was. Een soort vliegende keep in de familie. Maar dan een van een bijzonder soort. Zelf doen als het kan. Als het badwater niet goed wegliep was zij degene  die met slangen en de wet van Archimedes het water weg deed stromen. Een loodgieter? Zou de man het dan beter weten voor die prijs?

Als ze tijd had studeerde ze kunstgeschiedenis en latijn. Dat hield haar geest erg jong zei ze altijd en dat was te merken aan de manier hoe ze met mensen omging. Zonder bekakt te zijn in het Bloemendaalse was ze uit op beschaving. Een verfijnde manier van spreken, epistolair als je een kaart of brief van haar kreeg, ruimhartig en vrijgevig.  Een buitengewoon aardige peettante dus.

En die vrouw kwam een zorgcentrum in Bloemendaal terecht. Ook zij moest er aan geloven dat haar lichaam op die leeftijd wel eens hulp in moest roepen.Problemen met opstaan. Vooral niet te snel vanwege bloeddruk verlaging, duizeligheid. Zorgen dat je niet valt.

Daar sprak ze met mij altijd zeer openhartig over. En ik was zeer geïnteresseerd hoe die oude dame zich zou weren. Nu dat deed ze.  ‘Het zijn aardige meisjes hoor die je komen  helpen met aankleden, maar ik kan ze toch niet voortdurend over de vloer hebben.Dan helpen met douchen , dan met het naar de wc gaan.En maar wachten op ze totdat ze tijd hebben, want er moet nog al wat hulp worden geboden hier in dit tehuis. Nee Jaap, ik doe het anders. Ik kleed me nooit meteen helemaal aan en wacht totdat ‘je weet wel’  zich meldt. Meestal kan ik de grote en de kleine boodschap goed combineren en daarna wacht ik nog even met alles aan te trekken. Pas als ik gedoucht heb dan trek ik al mijn ondergoed aan en dan voel ik me vrij en fris en ga dan rustig met mijn rollator naar de eetzaal om warm te eten want de ochtend is zo voorbij.’

Ze heeft het tot haar 93 ste volgehouden. Vlak voor haar dood belde ze me en zei dat de dokter had gezegd dat haar lichaam totaal geen energie meer kon opbrengen om zelfs nog maar de kleinste inspanning te verrichten. Mijn einde is nu nabij zei ze nog.

Het lukte haar dus niet meer haar ondergoed op haar moment aan te trekken.

Dat symbolische einde is me altijd bij gebleven.