Toen ik begin jaren 60 sociologie ging studeren maakte een begrip dat tijdens de colleges werd besproken diepe indruk op mij: Freischwebende Intelligenz. De bedenker: Karl Mannheim, een belangrijke Duitse socioloog van voor de oorlog. Er moesten mensen zijn die niet per se doelmatig en pragmatisch over maatschappelijke problemen konden denken, maar hun gedachten en geest vrij konden laten meanderen, kritisch, ongebonden en met een sensibiliteit voor de sociale omgeving. En de overtuiging dat de omgeving aan hun freischwebende lippen zouden hangen.

Voor mij was het destijds een soort openbaring, gewend als ik was aan paters Franciscanen die als ware inquisiteurs de leerlingen op hun huid zaten om hun gedrag te controleren en te beïnvloeden. Freischwebend, flauwe kul, naar de kerk, nederigheid. Enorme conflicten waren mijn deel toen ik me daartegen ging verzetten. Zie mijn boek “Ongedachte belevenissen”.

Het is dan ook geen toeval dat juist aan universiteiten gedurende de studieperiode studenten dit kritische vrije denken leren ontwikkelen.Met name in de jaren 60 begon dit duidelijke vormen aan te nemen. Na de oorlog wilde de maatschappij zo snel mogelijk terug naar de oude systemen en hiërarchieën. Onderwijs was massaal, een soort bioindustrie waar studenten in grote aantallen in auditoria naar hun leermeesters moesten luisteren. En de studenten begonnen zich steeds meer af te vragen waarom zij steeds van die grote dikke zwarte roetwolken uit de schoorstenen zagen komen en de steden waarin zij hun kennis opdeden maagkrampen kregen van de hoeveelheid blik die ze in hun straten te verstouwen kregen.

Nederland was uniek door het ontstaan in die jaren van Provo en de Kabouterbeweging(Roel van Duyn) die met strenge vingertjes naar o.a. het consumentisme, de woningnood, ecologie ging wijzen om de maatschappij te alarmeren. En ook kwamen de universiteiten zelf ook steeds meer onder druk te staan. De positie van de professoren die op absolute hoogte stonden in de rangorde werd aangetast omdat de studenten vonden dat het wel democratischer kon. Zij wilde  hun stem laten horen. Niet langer kuddeonderwijs.Er kwamen protesten tegen de onbetrouwbaarheid van de examenmethodes door allerlei willekeur. Steeds meer woningen werden gekraakt om huisvesting te vinden.

In die spanningen aan verschillende faculteiten werd ik aangesteld om met ideeën te komen hoe het onderwijs op een andere manier benaderd kon worden; een behoorlijke vorm van Freischwebendheid was gewenst.

Maar die Freischwebende medaille had ook een keerzijde. Vrijdenkers roepen weerstand op. Dat merkte ik eigenlijk al tijdens mijn studeren dat mijn vrienden, allemaal studenten in exacte wetenschappen, mijn studierichting hoonden als onbeduidend. Ik was een soort salon of kaviaarsocialist en alleen als vakbondsleider of iets dergelijks hadden ze me geaccepteerd maar zeker niet mijn vage praatjes. Freischwebend, a me hoela, kletspraat.Don ‘t tell but show!

Ik heb een keer aan mijn vader proberen uit te leggen wat ik precies deed. Zelf was hij wiskundige en na pogingen van mij om duidelijk te maken wat sociologie inhield zei hij na al een tijd te hebben gezwegen: “Dus iets met mensen” . Abstracter kon het voor hem niet. En dat voor iemand die dagelijks bezig was met magische vierkanten vond het veel te abstract? En wat onderwijs betreft: een goed leerboek will do was zijn mening.

In de kern speelt deze wrijving nog steeds tussen wetenschap die feiten op tafel probeert te krijgen en de politieke wenselijkheid. Die wordt alsmaar heviger omdat er niet alleen gehoond wordt maar vanuit populistisch retorische hoek elke nuance wordt platgeslagen. Ik las vandaag nog in de NRC een uitspraak van Herbert Kickl, de leider van de FPÖ in Oostenrijk (zij wonnen de verkiezingen) dat academici en journalisten parasieten zijn en hun geld verdienen met het rondpompen van gebakken lucht. Iets waarmee ik me nu volgens zijn inzicht mee bezondig. Nuancering en chanterend lomp retorisch geweld gaat moeilijk samen. Denk maar aan de COVID periode waar in het Outbbreak Management team alle kennis die nodig was om de epidemie te beteugelen werd geleverd door de epidemiologen en clinici en bij wezenlijke beslissingen over het sluiten van scholen psychologen pedagogen en sociologen nauwelijks een rol speelden. Het gaat uitsluitend om virussen en bacteriën, besmettingsgetallen.  Rutte hield niet erg van sociale analyses met desastreuze gevolgen voor de onderwijspraktijk bleek achteraf. Een goede evaluatie van de politieke besluitvorming moet er nog steeds komen, als die er ooit komt.

Ik wil de komende maanden een reeks wijden aan een aantal belangrijke zaken die steeds meer gaan schuren in de huidige tijd. Wat zijn bewezen feiten, wanneer gaat het om gewoon politieke machtsuitoefening? De rol van wetenschap hierin, de universitaire vrijheid. Vragen zoals: Hoe herken ik de populist, de fascist in de dialoog? Wat is hun invloed? Vrijheid van meningsuiting vrs academisch vrijheid. De One dimensional man haal ik maar weer eens van stal. Democide ofwel pogingen tot moord op de democratie, die Wille zur macht, wokeness om er maar een paar te noemen.We zitten in alarmerende politieke ontwikkelingen en het doorgronden van het kwaad kan helpen om nu een stevig standpunt in te nemen.

Overigens kende de sociologie in de jaren dertig met het idee van Freischwebenheid ook al een enorm verzet. Het laat zich simpel raden: door de nationaal socialisten.De zeer belangrijke Frankfurterschule(Horkheimer, Adorno, Fromm, Marcuse) behoorde weliswaar niet helemaal tot de Freischwebende Intelligenz omdat zij zich niet alleen concentreerden op algemene liberale principes maar op de analyses van Marx met hun Kritische Theorie  over  kapitalisme, cultuur en maatschappij. En de belangrijkste vertegenwoordigers waren joden. De nazies sloten gewoon het instituut Sozial Forsung en hun belangrijke werken werden verbrand. De hoofdrolspelers vluchten naar de USA waar ze hun werk voortzette.

Ook wij mogen ons verzet tegen blinde machtsuitoefening niet verzaken.Het is actueler dan ooit.