Categorie: Korte verhalen (Pagina 1 van 2)

Een moeder weet toch wat het beste is voor haar kind! 

Dat was voor mij de trigger om mijn pen een keer in vitriool te dopen: de kop, een moeder kent haar kind toch het beste. Een column in de Volkskrant. De aanleiding was de affaire rondom de voorzitter van Spaanse voetbalfederatie, Rubiales, die met zijn kolenschoppen van handen een vrouwelijke wereldkampioen dwong hem toe te staan haar op de mond te kussen. Die voetbalster protesteerde: Een rel was geboren. Zij was er niet van gediend geweest. Niet alleen was Rubiales boos op haar en al die vrouwen die achter de voetbalster stonden en die hij betichtte van nepfeminisme, zijn moeder toog naar de kerk om in hongerstaking te gaan, boos om wat haar zoon allemaal werd aangedaan. Een man moet toch een kusje kunnen geven als hij dat wil. Graag had ze waarschijnlijk met een eind hout die speelster ervan langs gegeven, maar haar woede sloeg naar binnen toe. Alsof haar zoon opgesloten werd in Sing Sing correctional facility en gemarteld werd. 

Ineens zag ik door die column een aantal mechanisme in werking waar ik ook jaren onder te lijden had gehad: Moeder weet toch het beste wat goed is voor haar kind. Die onvoorwaardelijke ouderliefde toch. Ook Merel van Vroonhoven, de schrijver van de column, haalt de term curlingouders aan—zie ook mijn novelle Klabbertoet—. Ouders, vaak moeders die elk bobbeltje in het leven van haar prinsje probeert weg te vegen, met als resultaat dat die kinderen nooit leren met een teleurstelling of frustratie om te gaan. Zij haalt de psycholoog Derksen aan die constateert dat zulke kinderen op die manier in warm aquariumwater worden verwend en dan niet kunnen overleven in het koude Noordzeewater. En ze dan mogen hopen dat ze met hun ontwikkelde narcistische persoonlijkheid en grote ego’s nog een beetje blijven drijven. 

Zo worden de larger than life characters geboren. 

Er zijn veel parallellen te vinden in mijn geschiedenis en die rondom Rubiales. De woede van de moeder die in de kerk in hongerstaking ging en in het ziekenhuis belandde. De moeder in mijn geval — en nu gaat mijn pen in de vitriool—die dreigde een einde aan de relatie te maken als ik niet bereid zou zijn voor de zoveelste keer de schulden van haar kind te lenigen. Als gevolg van drank en drugsgebruik. De woede van Rubiales tegen het nepfeminisme. De woede van de zoon tegen mij dat ik de oorzaak was van de scheiding van zijn moeder van zijn vader, een aantijging die de moeder zelf niet wilde weerleggen om hem niet te ontrieven. Dat zou hem alleen maar bozer maken. Dat kan ik dat kind toch niet aandoen! 

De totale minachting en afwijzing van adviezen. Rubiales die zijn borst vooruitsteekt(en niet alleen zijn borst) en weigert op advies van de bond af te treden. Hij zou al dat onrecht gaan bestrijden met alle middelen die hij kan verzinnen. 

De weigering van de moeder om in mijn geval nog langer met een therapeut te praten die adviseerde grenzen te trekken aan hetgeen je wel en niet accepteert van je kinderen. En vervolgens haar woede en die van haar kinderen tegen de man (mijn persoon) die wel grenzen wilde trekken richt. Hij vond na een dag afwezigheid zijn slaapkamer verbouwd met de boodschap om alleen te gaan slapen als voorbereiding op zijn definitieve heenzenden. 

En dan dat heerlijke eindproduct. Zich slachtoffer voelen (en koesteren) door beide moeders door het onrecht dat hun is aangedaan, zich in mijn geval uitend in een levenslange weigering van de moeder ooit nog een woord met mij te wisselen. 

Sorry dat is niet waar. Op een begrafenis waren we na jaren weer even in elkaars buurt vertoefden was er contact. Het was haar overstemmend geschreeuw over de enorme spijt die ze had over een huwelijk van bijna 20 jaar. 

Amor fati! 

Half beer, half mens 

De instructies wat te doen als je een beer tegenkomt heb ik zeer ter harte genomen toen ik een lange trail ging bewandelen in de Rocky Mountains in Canada. Kijk dat beest niet in zijn gele ogen, blijf bij anderen, maak je zo groot mogelijk en produceer herrie. 

They seem so clumsy but they ar so fast, klonk als extra waarschuwing. 

Het lijkt wel of Nastassja Martin, een Franse antropologe, juist de ontmoeting opzoekt om er een confrontatie mee aan te gaan. Bevriest menigeen bij het aanzien van een dergelijk grommend wild dier, zij vliegt eropaf en terwijl haar schedel kraakt in de muil van het roofdier, hakt zij in op haar tegenstander met een ijshouweel waarna het beest loslaat en er met een stuk van haar kaak en enkele kiezen vandoor gaat. 

Ze overleeft haar avontuur en na behandeling in een ziekenhuis in Kamtsjatka in Siberië in de buurt van Alaska en later in Parijs maakt ze een lange en pijnlijke revalidatie door. 

In haar boek “Geloven in het wild” geeft ze ons inzicht in haar innerlijke processen bij het verwerken van deze, zonder overdrijving, heftige ontmoeting. Natuurlijk, de angst, pijn, medische hybris, etc. maar wat het bijzonder interessant maakt is de manier hoe ze reageert op de hulp die daarbij ze kreeg van een professionele Franse therapeute en die sterk contrasteert met de manier hoe de Evenen, de lokale bevolking van dat schiereiland, na haar gevecht haar leert de dramatische gebeurtenis te interpreteren. 

De therapeute heeft het volgende duidelijk gemaakt. De beer en de gevolgen daarvan vragen om voor eens en voor altijd het geweld af te zweren waarmee ze rondloopt op de wereld. Het ongehoorde geweld in die kaak op kaak ontmoeting duidt op een zoektocht naar iets in haarzelf. De beer is een spiegel, de beer is een uitdrukking van iets anders dan hijzelf, van iets dat met haar te maken heeft. Deze uitleg irriteert Martin, maakt haar kwaad en ze besluit tegen alle adviezen in terug te gaan naar Siberië om te vinden waar ze innerlijk naar op zoek was. 

Zij merkt dat ze veel meer open staat voor wat antropologen animisme noemen-een filosofisch concept waarin zielen en geesten niet alleen bestaan in mensen en dieren maar ook in planten, donderen en bliksem, bergen en rivieren—dat er een wil bestaat buiten de mensen om, een intentie los van de mensheid.E en Eveneese vrouw (inmiddels haar vriendin) legt haar uit dat ze nu een medka is, half mens, half beer en dat dromen-waar de Evenen erg aan hechten—nu zowel bij beer als mens dezelfde zijn. Zij ziet de antropologe als een geschenk van de beer die haar levend aan de Evenen heeft bezorgd. 

Als ze uiteindelijk besluit terug te gaan naar Frankrijk zegt haar Eveneese vriendin dat het leven altijd een vorm van wachten is. Ze zullen wachten op haar terugkeer zoals ze met alle energie en overgave de kou en wildernis trotseren en wachten op het voorjaar als het ijs weer is gesmolten. 

Een levenslange vriendschap van deze sjamanen 

Misschien moet deze half beer/half mens ook maar eens wijsheden in het oor van opperbeer Poetin gaan fluisteren. 

Bestudeer ook het plaatje op je gemak. Een prachtige optische illusie. Een jonge vrouw of een beer of…….? 

Een gaatje tekort 

Zit mijn jasje goed 
Zit mijn dasje goed 
Vader gaat op stap 

Een oud liedje van Toon Hermans wat je zou kunnen aanvullen met: Zit mijn broek nog goed… 

Ik moest eraan denken toen ik me aan het voorbereiden was om sinds lange tijd weer eens met de trein te gaan reizen. Rotterdam was de bestemming en daar zou Rogier me op komen halen om naar zijn vakantieadres in Zeeland te gaan. Dan had ik ook even de tijd om het nieuwe beeld “Moments Contained” te gaan bezichtigen op het stationsplein, waar ik de vorige keer over schreef. 

Een zware rugzak, wandelstok, onontbeerlijk sinds mijn instabiele knie, en vooral zorgen dat ik zit voordat de tram naar het station optrekt (soms veel te snel) waardoor ik door de coupe vlieg zoals laatst, en tegen een vrouw met kinderwagen botste. Mijn valalarm ging af zonder dat ik het in de gaten had. Tjebbo werd daardoor telefonisch gealarmeerd die veronderstelde dat ik ergens op straat lag terwijl ik rustig door het Oosterpark liep.

Ik was ruimschoots op tijd op Amsterdam Centraal met nog ruim 20 minuten voordat ik de trein zou nemen om op het afgesproken tijdstip in Rotterdam te zijn. Ik rook koffie, kocht een flinke beker om naar perron 2 op te stijgen om daar op een bankje te wachten. Nog een hele toer realiseerde ik me want met die rugzak, in mijn rechterhand een wandelstok en linker koffie, valt het niet mee om je evenwicht te bewaren op de roltrap. Maar met de arm met koffie op de bewegende leuning dacht ik even Perzisch dat het omhoog gaan via een trap het opstijgen naar geluk betekent. 

Een omroep bericht: de trein die ik wilde nemen zou vertrekken van perron 11. (vloek….) 

Waar is de lift? 

Te ver weg. Ik moest weer van dit NS-schavot af, maar de roltrap naar beneden was out of order. Naar beneden, stapje voor stapje met de handen bezet want mijn koffie overboord zetten kwam gewoon niet in mij op.”Es ist zahlt und es soll herunter”.  Het lukte om weer in de beneden doorgang te komen. Nu doorstappen, misschien haal ik de trein nog. De roltrap naar 11 functioneerde. Arm met koffie weer om de glijdende armleuning. Veel mensen op het perron die haast maakten om de trein nog te halen. Gelukkig, ik redde het, werd opgenomen in een dringende massa om een plaatsje te bemachtigen. Ik zag een plek waar een tas stond. Op naar die plek. En daar ging ineens de trein rijden. Ik zette me schrap om niet omver te vallen. Mijn broek zakte door de onverwachte druk naar beneden en daar stond ik in mijn onderbroek te midden van de passagiers… 

Het was niet zoals in de reclame  Ich bin der undiemeister…  

Ineens werd de wandelstok mij uit handen genomen. Iemand anders nam de koffie. Ik kon hijsen. Kon gaan zitten want de tas werd weggenomen. Toen ik ietwat ontredderd voor me uitkeek kreeg ik weer mijn wandelstok en koffie terug. Iedereen had zijn blik weer op zijn telefoon geworpen of er niets was gebeurd. 

Een paar dagen later na een korte vakantie had ik een afspraak met een oude vriendin José die haar voet uit het gips had. Ze vroeg of ze me een arm kon geven toen we in haar dorp een rondje maakte. Ik zei tegen haar dat ik mijn andere hand in mijn broekzak hield om mijn broek omhoog te houden want die begon weer te schuiven. Vergeten de riem aan te passen. Ik vertelde haar het voorval. Toen we koffie gingen drinken stond ze erop dat ik mijn riem uit mijn broek haalde. Protesteren had geen zin. Even later zag ik een medewerker van het restaurant met een hamer en een spijker een gaatje in mijn riem slaan. 

“Hoeveel gaatjes wil je?”, riep ze.

Moments contained 

Met mijn zoon Rogier afgesproken op Rotterdam centraal waar hij me zou oppikken om naar zijn vakantieadres in Zeeland te gaan. Dé gelegenheid om het grote beeld op het stationsplein te bewonderen, genaamd “Moments contained. Een nog jonge donkere vrouw van brons, bijna vier meter hoog die zelfverzekerd met haar handen in haar zakken over het plein staart.  De kunstenaar is Thomas Price die zelf ook van Caraïbische afkomst is. Zijn beelden stellen niemand voor, geen bekenden of beroemdheden, het zijn tronies, fictieve figuren, die zijn samengesteld uit de talloze gekleurde figuren die je op straat, in de metro, tegenkomt.  

Twee oudere heren stonden reeds voor de bronzen vrouw die niet op een sokkel was gezet maar zo op de tegels met haar (bronzen)Nikes en waren heftig met elkaar aan het discussiëren. Het leken wel abdijmonniken aan hun grote ronde kale schedels met kransjes haar te oordelen die in de voorzichtig doorbrekende zon begonnen te glimmen. Ik kon niet nalaten mee te luisteren naar wat ze zoal aan het bespreken waren over die mooie bronzen meid met haar nonchalante houding. 

–  ‘Het beeld is een soort laudanum voor al die kleurlingen hier in de stad.’ 

–  ‘Hoezo laudanum?’ 

– Weet je dan niet wie dat beeld betaald heeft?’’ 

–  ‘Ik las in de krant dat de familie van de Vorm daarachter zit. Wat is daar dan mis mee?’’ 

–  ‘Ja’, die puissant rijke familie die belasting ontwijkt m.b.v. brievenbusfirma’s in belasting- paradijzen. En met dat geld nu de gulle gever uithangt. Dan komt er toch wel een geurtje rondom dat brons hangen, dunkt me.” 

–   ‘Dat kan wel zijn, maar het is wel een mooi beeld. Ik vind het zelfs indrukwekkend.’’ 

–  ‘Die Pijbes (oud-directeur Rijksmuseum) vind ik een mefisto. Dat hij zich leent om als kunstkenner en voorzitter van de stichting Droom en Daad voor die belastingontwijkende familie van de Vorm met de aanschaf van dit beeld droomzand in de ogen te strooien van al die gekleurde mensen hier in Rotterdam. Die vinden het prachtig.’’ 

–   ‘Overdrijf je nu niet een beetje. In Amsterdam geniet ik dagelijks van de mooie gevels die met slavengeld zijn gefinancierd. En belastingontwijking is gewoon legaal. Je moet er wel dure fiscalisten voor betalen. Wat is daar dan duivels aan?’ 

– ‘Dat geld had een betere bestemming kunnen krijgen, meer sociaal. Die stichting heeft zoveel macht dat een integriteitsonderzoek naar de financiering van hogerhand wordt tegengehouden. De bureaucratie zingt hier in Rotterdam dus een vals nootje mee.’ 

– ‘Toch overdrijf je. Hypotheekaftrek, tanken over de grens, allemaal vormen van belastingontwijking van de kleine man. Is het eerder niet zo dat juist filantropie van gefortuneerden zoals ook Bill Gates juist voor heel speciale toepassingen kunnen zorgen omdat discussie over de bestemming niet verzandt in eindeloos gepalaver.? Nu kan een echte kunstkenner gewoon eens zijn zin krijgen.’’ 

A. ‘’Ik vind dat je best wat principiëler naar dit soort gulheid mag kijken. Ergens deugt het niet.’ 

– ‘’Wat er allemaal niet deugt in ze wereld! Dan kunnen we wel aan de gang blijven! Gaan we een Onze vader bidden en eindigen met “Verlos ons van het kwade?”” 

– ‘’Was het maar zo simpel.’’ 

– ‘Of beter naar Nietzsche luisteren “. Die heeft helemaal niets met die christelijke verlossingsgedachte, die een betere wereld achter de wereld waarin we nu leven veronderstelt. In Also sprach Zarathoestra doet hij een soort appel op de mens om ja zeggen tegen de demon, omarm het zoals het is. Hij zou die financiering gewoon banaal noemen. Durf die banaliteit onder ogen te zien en geef jezelf de kans om te genieten van dit mooie kunstwerk? Het kwaad keert immers altijd weer terug in welke vorm dan ook. 

Ik vind het een geweldig beeld! 

Ga je mee. Rogier tikt op mijn schouder. 

Niet biologische eigenschappen maar leeftijd is het belangrijkste

Door identiteitspolitiek en feministische bewegingen is er de laatste tijd veel veranderd in de klassieke man/vrouw verhouding. Andersoortige identiteiten hebben zich een plaats verworven tussen de klassieke man en vrouwenrol, aangeduid met LBGTQIA+, letters uit het alfabet die staan voor Lesbian, Gay, Bisexual, Trans,Queer, Intersex, Asex en + voor andere vormen van fysiek en geestelijk zijn. 

Het zijn er veel en het is bijna niet voor te stellen hoe je je die verschillen precies moet interpreteren. 

Maar ondanks deze erkenning is de klassieke man/ vrouw verhouding en bijbehorende rolverdeling is nog steeds het meest voorkomend; binaire mensen met klassieke rollopvattingen. Deze vormt het belangrijkste ordeningprincipe voor onze samenleving met de nadruk op gezin en vaak een speciale rol voor de vrouw. 

De Afrikaanse sociologe Oyeronke Oyewumi, docerend aan Stony Brook New York University geeft echter een geheel andere kijk op deze westerse ideologie in haar boek “The invention of woman”. Zij schrijft dat voordat Nigeria -en haar stam de Yoruba’s- gekoloniseerd werd door de Engelsen het Westerse idee wat de vrouwenrol moet zijn helemaal niet in haar land bestond. Niet de biologische kenmerken speelden de belangrijkste rol bij de Yoruba’s maar senioriteit, ofwel de leeftijd van de persoon. Een simpel voorbeeld: het huis wordt schoongemaakt door de jongste ongeacht of die een jongen of een meisje is. (Denk hierbij ook aan de uitspraak van Simone de Beauvoir:’Men wordt niet als vrouw geboren maar als vrouw gemaakt.”) 

Leeftijd en ervaring is de belangrijkste factor. Pas na de kolonisatie door de Engelsen is dat veranderd aangezien de Engelsen alles wat ze zelf beleefden en dachten als gouden standaard zagen voor verdere ontwikkeling, dus ook hun idee over de rolverdeling tussen man en vrouw in het gekoloniseerde land. 

De Engelsen waren dan ook stomverbaasd dat er bij de Igbo’s—een andere ethische groep in Nigeria- een opstand uitbrak van vrouwen in het begin van de vorige eeuw omdat zij  gewend waren zelf de dienst uit te maken en handlangers van de Engelsen van hun eigen stam een kopje kleiner maakten, bruggen en wegen en gebouwen vernielden omdat ze gewend waren voor zichzelf op te komen toen de kolonisator dat in de weg stond. 

Een herinnering aan die zelfstandigheid ondervond ikzelf tijdens besprekingen over een nationaal programma voor leprabestrijding in dat land, voorgezeten voor een vrouwelijke directeur van het ministerie die niet schroomde om medisch specialisten hun mond te snoeren als ze te dominant werden. Ze moesten ook nog rechtop gaan staan om een uitbrander in ontvangst te nemen waarna ze weer plaats mochten nemen. 

Deze Afrikaanse vrouwen gingen kennelijk niet gebukt onder het bevoogdende werk van de godsdienstige scheppingsverhalen en hun exegeten die de vrouw als horig aan de man willen blijven zien. 

Ps. Uw blogger neemt ook een aantal weken vakantie. 

Politionele acties

Nog even over woke.

Ik las dat the Office of BGLTQ student life at Harvard University een bericht heeft uitgevaardigd dat iemands genderidentiteit en de manier hoe hij die gender uitdrukt onderhevig is aan dagelijkse schommelingen. Dit zou inhouden dat iemand op maandag zich een man voelt, dinsdag een vrouw, op woensdag non-binair etc. Men volgt werkgroepen en colleges met een wisselende identiteit bij wijze van spreken. Uit deze proclamatie maak ik op dat er erg veel veranderd is sinds de tijd dat ik aan een Amerikaanse universiteit werkzaam was. Daar was zeker sprake van diverse identiteiten maar die werden alleen getoond in speciale clubs in Lansing, Michigan die ik met vrienden en vriendinnen uit pure nieuwsgierigheid wel eens bezocht. Medewerkers van de universiteit overdag ik in pak die les gaven maar op weekenden waren het dragqueens of anderszins. Toen werden ze gedoogd, momenteel kunnen zij eendrachtig een geweldige invloed uitoefenen door mensen te cancelen die het niet met hen eens zijn of er andere ideeën op nahouden. 

                      De vraag is of dat terecht is?

Onze misschien toekomstige minister president Dylan Yesilgöz heeft bezwaren tegen cancelen. Zij ziet het zelfs als een gevaar voor de rechtstaat. De rechtstaat zou moeten doen wat ze moet doen om deze gecancelden te beschermen. Zij moet strijden tegen mensen die menen uit te kunnen maken welke informatie juist is of onjuist. Er bestaat niet zoiets als het recht om niet gekrenkt te worden. Wat overigens niet wil zeggen dat je geen rekening kunt houden met de mogelijkheid dat je mensen kunt kwetsen.

                      In de jaren 80/90 van de vorige eeuw schreef ik columns over de USA waar ik de term neger gewoon gebruikte. Dat woord zou ik in de huidige tijd niet meer kunnen plaatsen omdat die term kwetsend is geworden. Ik gebruik die term dan ook niet meer.Het zelfde geldt voor slaven die momenteel tot slaaf gemaakte worden genoemd. En zo zijn er nog meer woorden die geleidelijk aan het veld hebben moeten ruimen.Hier heeft de taal politie haar werk goed gedaan.Autochtoon en allochtoon zit als tegenstelling ook in moeilijkheden omdat het woord allochtoon aan iemand gaat kleven als een vorm van stigma dat zijn familie misschien niet op Nederlandse bodem is geboren en opgegroeid.Hoog en laag opgeleid moet het ook steeds meer ontgelden omdat het terecht de vraag is of iemand met een HBO of universitaire opleiding nu echt wel zo veel hoger is opgeleid dan een vakman?Taal werkt door in het gedrag van mensen.En zo neemt de klassieke man-vrouw tegenstelling ook steeds meer af omdat er steeds meer identiteiten erkenning krijgen wat blijkt uit het feit dat ze een eigen Office (en veel letters in het alfabet)hebben aan een van de belangrijkste universiteiten in de wereld. De eeuwenlang ingesleten norm dat seks iets is(moet zijn) tussen man en vrouw is al lang niet meer houdbaar in onze huidige cultuur hoewel er nog landen zijn waarop afwijking hiervan de doodstraf staat zoals onlangs nog in Uganda wettelijk is vastgelegd onder leiding van Museveni.

Het zijn maar een paar voorbeelden, maar de lijst met woorden en tegenstellingen zullen alleen maar toenemen omdat het accent niet langer op een tegenstelling mag berusten maar vermenging moet honoreren.

Maar als schilderijen, in een voorbeeld van Jolanda Withuis, die jaren geleden zijn geschilderd met de titel Negerin niet meer mogen worden tentoongesteld, zelfs niet met een toelichting dat de titel in een andere tijd heel gewoon was zoals bij bij de kunstenares Jeanne Bieruma Oosting , of bezwaar wordt gemaakt dat transvrouwen met mannelijke geslachtskenmerken niet bij vrouwen mogen worden opgesloten, de criticaster van de universiteit moet verdwijnen, zijn deze acties dan niet een vorm van onacceptabele dwingelandij?

                      Want waar blijft dan de redelijke discussie?

De blindheid van Vrouwe Justitia 

Als beginnend student in 1962 doolde ik door de binnenstad van Utrecht om de weg te leren kennen in de kronkelige binnenstad en trof al fietsend het standbeeld van Vrouwe Justitia in volle grandezza op haar sokkel in de buurt van het Domplein. Een beeld met wonderlijke symbolen.  Zij droeg in haar rechterhand een zwaard. In de andere een weegschaal en ze was geblinddoekt. Sommige symbolen snapte ik meteen zoals het zwaard en de weegschaal. Zij trekt ten strijde voor een rechtvaardige zaak, ze wikt en weegt, maar waarom die blinddoek? Later begreep ik, aangezien ik ook colleges recht volgde in het Academiegebouw, dat de vrouwe mensen beoordeelt zonder aanziens des persoons; ze is bij wijze van spreken kleurenblind. Zij laat zich niet beïnvloeden door het uiterlijk van iemand als zij wikkend en wegend een oordeel velt. 

Ik vind het bijzonder jammer dat dit bijzondere beeld uit het Utrechtse straatbeeld is verdwenen. Het schijnt nu in Groningen te zijn. Voor mij hoort het bij Utrecht, bij mijn eerste herinneringen aan het studentenleven; de oude binnenstad, de vele kerken, de Alma Mater. 

In de avondschemer van mijn leven stuit ik op steeds meer teksten waarin woke en anti-woke aan het vechten zijn om een been. Alleen al om die reden zou ik dat beeld voor een rechtvaardige rechtspraak weer eens willen zien, want de vrouwe staat in woke ter discussie. Het lijkt erop dat die stroming niet langer accepteert dat zij geblinddoekt is. Ze moet juist kijken of iemand zwart of wit is, queer of een van de vele ander identiteiten waar ze nu voor strijden. Ze moet in haar oordeel juist rekening houden met wat ze ziet, met de sluipende en soms bijna verborgen vormen van discriminatie die mensen levenslang ondervinden. Geen wikken en wegen maar in woke-bewustzijn de volle confrontatie aangaan als er onrecht wordt geroken. 

Simpel gezegd is woke opkomen voor raciale en sociale rechtvaardigheid. Het klinkt zo aandoenlijk eenvoudig maar als we de voorgeschiedenis van de woke cultuur bekijken die zoals vele culturele en sociale uitingen uit Amerika is komen overwaaien heeft het wokisme een lange gecompliceerde voorgeschiedenis. Was vrouwe Justitia rechtvaardig-we moeten het weer over slavernij hebben- toen na de afschaffing van de slavernij een zwarte in de trein ging zitten voor witten en daarvoor toch veroordeeld werd, later gesanctioneerd door het Hoger gerechtshof met de toelichting dat dit was toegestaan als het maar het comfort van mensen diende? 

Er volgde daarna nog vele wetten die de segregatie in kleur vastlegden en tot de dag van vandaag zijn sporen, zeker ook mentaal, heeft nagelaten. (Jim Crowe wetten). Er was een jarenlange strijd om die wetten te elimineren of te verzachten. 

Je zou woke kunnen zien als een direct gevolg van deze wetten en als een zeer heftige reactie op die periode van grote onrechtvaardigheid. 

Woke gelooft na al die jaren niet meer in rustig overleg en geweldloosheid. Zij gelooft in een strijd waarin ze samen in het gelid moeten staan als ze onrecht bespeuren en gaan vechten om dat onrecht ongedaan te maken door mensen te cancelen die in overtreding zijn. Cancelen is hun wapen geworden. Uitsluiting voor degene die inbreuk maakt op ervaren onrecht. 

De filosoof Kathleen Stock moest de universiteit in Engeland verlaten omdat ze bezwaar maakte dat transvrouwen gebruik wilden maken van een vrouwentoilet of opgesloten wilden worden in een vrouwengevangenis bij veroordeling omdat vrouwen zich dan onveilig zouden voelen. Geen enkel bezwaar tegen transvrouwen op zich maar Stock was tegen zelfidentificatie van deze identiteit omdat zelfbenoemde transvrouwen nog mannelijke geslachtskenmerken hebben en zich tot vrouwen voelen aangetrokken.  

Een nuancering in het debat. Academische vrijheid. Vrouwe Justitia stond erbij en keek ernaar. 

In Maastricht roerde woke zich enkele jaren geleden ook. Het universiteitsblad had voorgesteld gratis maandverband te verstrekken aan vrouwen die menstrueerden. Woedende lezers. De krant had moeten schrijven menstruerende mensen wat er zijn ook transmannen die nog menstrueren. De krant werd platgelegd. 

Hoewel de analyses van woke vaak terecht zijn en een lange voorgeschiedenis kennen in een onrechtvaardige behandeling is de vraag of hun strijdmethoden met de cancelen niet een vorm van tribalisme aan het worden is ofwel, zoals Jolanda Withuis zegt, een vorm van spijkerharde taalpolitie met soms erg onaangename consequenties. Hoe valt dit te rechtvaardigen? Welke zaak wordt hiermee eigenlijk gediend?  

Als ik het beeld van vrouwe Justitia weer eens zie zou ik me af te vragen of ik haar kan voorstellen zonder blinddoek of: misschien moet ze er nog een attribuut bij krijgen? AirPods in haar oren? Voor extra anti-discriminerende raad tijdens het wikken en wegen? 

Blote borsten 

Zo, die loopt er uitdagend bij. Een nog jonge meid, wapperend haar, lange rok met blote borsten.
‘Dat is wel moedig van je’ zei ik toen ze  mij passeerde.
‘Moedig?’
‘Jazeker.’
‘Dank u. Zojuist waren er een paar jongens die me voor slettebak uitscholden.  Riepen daarna nog: “en nu je doos nog trut.’
‘Mag ik je vragen waarom je het doet?’                                                                    
 “Waarom mag u,’ even kijkend naar  mijn wandelstok , ‘waarom mag u wel in uw blote bast hier over de gracht lopen en ik niet?’
Daar had ze  een punt want verschillende keren had ik jongens met blote borst bij mij langs de deur zien lopen. ‘Ik vind dat discriminatie en daar verzet ik mij tegen.’
‘Ben je dan niet bang voor aanhouding ? Prima, dan laat ik het  voorkomen. Moet de rechter maar eens uitleggen waarom mannen dat wel mogen en vrouwen niet.’
‘Misschien vindt de rechter wel dat mannen én vrouwen dat niet mogen.’
‘Dan is het toch discriminatie dat er alleen bij vrouwen wordt gehandhaafd. We leven hier toch niet in Iran waar mannen alles kunnen doen en vrouwen met allerlei regels worden onderdrukt. Je ziet hier in de Jordaan soms een man over straat fietsen die bijna helemaal naakt is. Slechts gekleed in reetveter. Nooit aangehouden. Als je het nu over aanstootgevend hebt.’
‘Zit wat in. Vrouwen zouden anders dan mannen worden behandeld.’
‘Borsten worden geseksualiseerd en daar moeten we van af.  Vrouwen moeten  hun vrijheid niet laten afhangen van wat mannen vinden.’
‘Hoe bedoel je dat?’
‘Wat mannen seksueel aantrekkelijk vinden is gewoon cultureel bepaald. Vroeger was het een bloot enkeltje. Nu zijn het grote borsten en smalle tailles, terwijl het vroeger kleine borsten en stevige heupen waren. Vrouwen moeten zich niet steeds aan die veranderende smaak onderwerpen. Wij moeten dezelfde vrijheid hebben als mannen. Daar kom ik dus voor op. Nog een fijne wandeling!’ En daar ging ze. Topless richting Lijnbaansgracht.

 Ik bedacht me hoe ik jaren geleden  met een vriendin in Louisiana in de Golf van Mexico wilde gaan zwemmen. Ze had haar bloes uitgedaan op het strand  en ze was al aan haar bh aan het frunniken om haar badpak aan te trekken.  Wij vrienden allemaal in paniek. Blote borsten. Hoge boetes tot wel 2000$. Soms gevangenisstraf.
Amerikaanse vrouwen en zeker de vrouwen in Iran en buurstaten hebben nog een lange” free the nipple” weg af te leggen.
Misschien ook nog wel in Nederland.

Geen tijd te verliezen

In mijn laatste bundel “Sluitsteen”die in de maand mei bij uitgeverij “De vergulde Snuitbeer” verscheen staat een hoofdstuk met de titel Resoneren met je omgeving.  Wanneer resoneer je met je omgeving en wanneer is dit niet het geval? In het verhaal steggelt een echtpaar of ze nu haast moeten maken om ergens op tijd  te komen of dat ze onderweg meer oog moeten hebben voor wat er op hun pad komt. Met het idee van resoneren is er misschien een brug te slaan in hun onenigheid.           

Het werkwoord resoneren was niet zomaar gekozen.Het is een term die is ontleend aan de socioloog Harmut Rose en hij bedoelt daarmee dat de relatie waarin het subject en de wereld antwoordend tegenover elkaar staan. De wereld kan van alles inhouden, de ons omringende natuur, een stad, een culturele manifestatie etc. En misschien moeten we het antwoorden van de omgeving niet al te letterlijk nemen en dit als een breed scala aan reacties zien zoals een knik, een wenk, een mooie gedachte, een ontroering etc., gebeurtenissen die een emotie op kunnen roepen.

Laten we eens proberen deze ietwat abstracte formulering een beetje te ontcijferen ofwel de vraag stellen wat het individu moet doen om antwoord te krijgen.

Het gaat dus in essentie om de vraag hoe je met tijd omgaat en hoe je tijd beleeft.Iemand die geen tijd te verliezen heeft ervaart veel van de omgeving vaak als een hindernis. Een irritant rood stoplicht, een snelheidsbeperking, een verliefd echtpaartje op de stoep waar je niet langs komt.We moeten toch voort!

Rose constateert dat de wereld steeds sneller gaat. Er zijn bijvoorbeeld onderzoekingen die aantonen dat de mens sneller dan vroeger over straat loopt en dit werkt niet altijd bevrijdend. Slenteren doet alleen nog de dakloze-irritant als die in de weg loopt of zit- maar anderen hebben geen tijd te verliezen want ja, op tijd zijn voor sluitingstijd, de trein halen, kortom tal van redenen om er stevig de pas in te zetten. Ik merk het ook aan discussieprogramma’s op de tv die steeds moeilijker te volgen zijn omdat  pratende hoofden hun praatsnelheid vaak versnellen, met soms ook nog een verhoogde stem om misschien het rammelende geraamte van hun argumentaties een beetje te verbergen achter een brei van woorden. Waar heb ik eigenlijk naar zitten luisteren vraag ik me dan wel eens af? 

Om de betekenis van tijd voor het voetlicht te brengen maakten de oude Grieken al een onderscheid tussen twee mythologische figuren namelijk Chronos en Kairos.De eerste is ons erg bekend, dat is de lineaire tijd ofwel de kloktijd. Kairos staat voor innerlijke tijdsbeleving door rust, concentratie, meditatie.Om heldere gedachten te krijgen moeten we kunnen dagdromen, moeten we in staat zijn om Chronos te vergeten, proberen als het ware jezelf te ontdekken wat voor jou betekenisvol is, wat jouw innerlijke waarden zijn; misschien krijg je wel leuke invallen.Hieraan bewust aandacht en tijd aan besteden is nodig om niet verstrikt te geraken in het raderwerk van chronos, die gebiedt haar wijzers in de gaten te houden, je te haasten. Ik probeer elke dag me hier een beetje op te bezinnen. Nu het weer zo mooi is en lekker warm zet ik een stoel aan het water van de gracht en neem niets mee, geen krant of telefoon. Kijk dan naar de waterhoentjes die op een portie stadsvuil een gezin groot brengen, tuur naar bootjes die voorbij komen en zie dan dat chronos soms ook de watersporter in zijn greep heeft. Sommigen varen veel te hard, botsen bijna op andere bootjes omdat zij voortdurend op hun telefoon zitten te turen. En oordelend over het aantal lege flesjes willen ze de omgeving ook niet erg waarnemen maar zich in een roes afsluiten.

De inmiddels overleden wielrenner Jacques Anquetil had als bijnaam “Monsieur Chrono”. Hij was kampioen in de snelheid om van A naar B te fietsen, diep over zijn stuur gebogen, zijn voeten in de klemmen.  Maar we hebben ook de  wielrijder  die rustig door de natuur fietst en af en toe afstapt om naar een veld met bloemen te kijken,boslucht opsnuift, naar de geluiden van vogels luistert. Ook de fietswereld is steeds sneller geworden. De fietspaden door de duinen en bossen zijn racebanen geworden, het zijn allemaal Anquetils. De uitrusting, het turen op de meters en wijzers. Ze racen de eenvoudige weggebruikers van de weg.  

Resoneren met je omgeving is er niet uit op om een prestatie te leveren voor anderen of voor jezelf, maar heeft als doel een innerlijke beleving, proberen een essentie te ontdekken en daarbij helpt de aandacht voor de omgeving die dan iets bij je los kan maken.Onderweg zijn en je misschien afvragen wat de omgeving met je doet. Het is de verbinding tussen Cronos en Kairos.

Resoneren met je omgeving is vaker nodig als we we niet met onze vingers in het uurwerk bekneld willen raken.We hoeven ons toch niet altijd te laten meeslepen in de versnellingsmachine die de laatkapitalistische samenleving is geworden.Lekker meer tijd nemen om te ontdekken wie we nu zelf eigenlijk zijn. 

Soms moet het middelvingertje omhoog.

« Oudere berichten

© 2024 Jaap Gerritsma

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑