Dat was voor mij de trigger om mijn pen een keer in vitriool te dopen: de kop, een moeder kent haar kind toch het beste. Een column in de Volkskrant. De aanleiding was de affaire rondom de voorzitter van Spaanse voetbalfederatie, Rubiales, die met zijn kolenschoppen van handen een vrouwelijke wereldkampioen dwong hem toe te staan haar op de mond te kussen. Die voetbalster protesteerde: Een rel was geboren. Zij was er niet van gediend geweest. Niet alleen was Rubiales boos op haar en al die vrouwen die achter de voetbalster stonden en die hij betichtte van nepfeminisme, zijn moeder toog naar de kerk om in hongerstaking te gaan, boos om wat haar zoon allemaal werd aangedaan. Een man moet toch een kusje kunnen geven als hij dat wil. Graag had ze waarschijnlijk met een eind hout die speelster ervan langs gegeven, maar haar woede sloeg naar binnen toe. Alsof haar zoon opgesloten werd in Sing Sing correctional facility en gemarteld werd. 

Ineens zag ik door die column een aantal mechanisme in werking waar ik ook jaren onder te lijden had gehad: Moeder weet toch het beste wat goed is voor haar kind. Die onvoorwaardelijke ouderliefde toch. Ook Merel van Vroonhoven, de schrijver van de column, haalt de term curlingouders aan—zie ook mijn novelle Klabbertoet—. Ouders, vaak moeders die elk bobbeltje in het leven van haar prinsje probeert weg te vegen, met als resultaat dat die kinderen nooit leren met een teleurstelling of frustratie om te gaan. Zij haalt de psycholoog Derksen aan die constateert dat zulke kinderen op die manier in warm aquariumwater worden verwend en dan niet kunnen overleven in het koude Noordzeewater. En ze dan mogen hopen dat ze met hun ontwikkelde narcistische persoonlijkheid en grote ego’s nog een beetje blijven drijven. 

Zo worden de larger than life characters geboren. 

Er zijn veel parallellen te vinden in mijn geschiedenis en die rondom Rubiales. De woede van de moeder die in de kerk in hongerstaking ging en in het ziekenhuis belandde. De moeder in mijn geval — en nu gaat mijn pen in de vitriool—die dreigde een einde aan de relatie te maken als ik niet bereid zou zijn voor de zoveelste keer de schulden van haar kind te lenigen. Als gevolg van drank en drugsgebruik. De woede van Rubiales tegen het nepfeminisme. De woede van de zoon tegen mij dat ik de oorzaak was van de scheiding van zijn moeder van zijn vader, een aantijging die de moeder zelf niet wilde weerleggen om hem niet te ontrieven. Dat zou hem alleen maar bozer maken. Dat kan ik dat kind toch niet aandoen! 

De totale minachting en afwijzing van adviezen. Rubiales die zijn borst vooruitsteekt(en niet alleen zijn borst) en weigert op advies van de bond af te treden. Hij zou al dat onrecht gaan bestrijden met alle middelen die hij kan verzinnen. 

De weigering van de moeder om in mijn geval nog langer met een therapeut te praten die adviseerde grenzen te trekken aan hetgeen je wel en niet accepteert van je kinderen. En vervolgens haar woede en die van haar kinderen tegen de man (mijn persoon) die wel grenzen wilde trekken richt. Hij vond na een dag afwezigheid zijn slaapkamer verbouwd met de boodschap om alleen te gaan slapen als voorbereiding op zijn definitieve heenzenden. 

En dan dat heerlijke eindproduct. Zich slachtoffer voelen (en koesteren) door beide moeders door het onrecht dat hun is aangedaan, zich in mijn geval uitend in een levenslange weigering van de moeder ooit nog een woord met mij te wisselen. 

Sorry dat is niet waar. Op een begrafenis waren we na jaren weer even in elkaars buurt vertoefden was er contact. Het was haar overstemmend geschreeuw over de enorme spijt die ze had over een huwelijk van bijna 20 jaar. 

Amor fati!